De meeste verkiezingsprogramma’s zijn bekend en de plannen en ambities van de politieke partijen zijn daardoor duidelijk. We weten wie de hoofdrolspelers zijn en wat de cruciale thema’s worden. Daan Hofland en Charlotte van Wezel gaan in deze blog in op één van die thema’s: goed bestuur.
Gedaald vertrouwen vraagt om daadkrachtige keuzes
Het vertrouwen in de politiek is de afgelopen jaren gedaald. Er ontstaan nieuwe crises, zoals het tekort aan woningen en de asielcrisis terwijl oude problemen nog niet zijn opgelost. Het oplossen van de toeslagenaffaire en de problemen in Groningen vragen nog veel werk. Niet voor niets gaf Mark Rutte bij het bekendmaken van de val van het Kabinet tegelijkertijd aan dat er aan deze laatste twee onderwerpen gewerkt blijft worden. Óók als het Kabinet demissionair is. Zonder vertrouwen in de politiek lopen we het risico dat er steeds meer mensen zich afkeren van onze democratische samenleving.
De visie van politieke partijen op goed bestuur
Omtzigt noemt goed bestuur een van zijn kernthema’s (ondanks het feit dat zijn programma nog niet is gepubliceerd). Ook Frans Timmermans is het deze campagne te doen om het herstellen van vertrouwen. Er wordt gesproken door Omtzigt over verregaande voorstellen, zoals het schrappen van het toetsingsverbod, het instellen van een constitutioneel hof en het hervormen van de ambtelijke dienst.
De VVD heeft voorstellen voor een kiesdrempel, alsmede Volt en de ChristenUnie, die pleiten voor een uitbreiding van het aantal Kamerzetels. Allemaal om het land beter bestuurbaar te maken. Dit is interessant tegen het licht van de publicatie over Burgerperspectieven van het Sociaal en Cultureel Planbureau, waarin we lezen dat burgers steeds scherper zijn op wat de overheid doet via social media, de persoon belangrijker is dan de inhoud en het vertrouwen lager wordt.
Zijn de plannen wel realistisch?
Een deel van deze voorstellen, zoals een constitutioneel hof en versterking van de inhoudelijke ondersteuning van de Tweede Kamer, werd ook benoemd door de Staatscommissie parlementair stelsel, welk de opdracht had om met concrete oplossingen te komen voor het versterken van onze democratie en rechtsstaat.
De plannen lopen echter snel tegen grenzen aan. Het heeft flinke voeten in de aarde om tot stand te brengen, niet ten minste vanwege de wijzigingsprocedure van de grondwet. Ook vanwege de vereiste cultuurverandering en de inzet die dat vereist.
Dat betekent niet dat partijen hier niet aan moeten beginnen, maar zij moeten zich wel realiseren dat het behalen van dit doel een langetermijndenken vereist wat Kamertermijnen en verkiezingsperiodes overstijgt. In een tijd van laag politiek vertrouwen, willen kiezers graag directe resultaten zien; en daar zijn partijen zich maar al te bewust van.
Hoe kan de overheid zich op korte termijn betrouwbaar tonen?
In de beperking toont zich de meester. De overheid moet receptiever worden voor de belangen en geluiden vanuit het hele land. Ook moeten de ministeries, de Tweede Kamer en de publieke diensten explicieter worden in het wegen van belangen met oog voor de uitvoering. Hierbij moeten zij de verdeling over het land meenemen, zoals benoemt in het rapport ‘Elke regio telt’, én beter luisteren naar de Ombudsman en helder ingaan op de verschillende belangen.
Willen we ons huidige voorzieningenniveau in Nederland kunnen behouden en de toekomstige uitdagingen het hoofd kunnen bieden, hebben we (als klein land) samenhorigheid en verbinding nodig. Dat betekent niet dat iedereen het altijd maar elkaar eens moet zijn, maar wel dat iedereen zich gehoord moet voelen en wil zien dat problemen worden aangepakt.
Politici moeten zich realiseren dat het bijsturen van de overheidsolietanker begint met kleine, maar betekenisvolle stappen. Hier ligt een taak voor onder meer (regionale) public affairs professionals, die kunnen helpen in het vertalen van de uitdagingen die er zijn richting politici en ambtenaren. Zodat er onderling begrip ontstaat en er gewerkt wordt aan oplossingen in het verwoorden en vertolken van de belangen door het hele land. De maatschappij is gebaat bij een tastbare vorm van goed bestuur. Daarom is het goed dat het thema op de agenda’s van de verschillende partijen staat, maar het is duidelijk dat daadkracht een vereiste is.
Behoefte aan duiding en grip op het proces? Neem contact op met Daan Hofland of Charlotte van Wezel.