Vorige week presenteerden PVV, VVD, NSC en BBB na 6 maanden onderhandelen het hoofdlijnenakkoord. In een eerdere blog gingen we in op hoe de komende maanden eruit zien en wat dit betekent voor organisaties. In deze blog gaan we verder in op de aangekondigde plannen en wat het effect hiervan is op de uitdagingen rondom duurzaamheid, digitalisering en de regio.
Duurzaamheidsdoelen blijven staan, focus op de uitvoering
Op het gebied van energie en duurzaamheid wordt sterk ingezet op leveringszekerheid, betaalbaarheid en uitvoerbaarheid. De bestaande afspraken blijven staan en alternatief beleid volgt alleen als de doelen niet worden gehaald. Ook komen er geen ‘nationale koppen’ op Europees beleid. Dit betekent dat Nederland niet verder gaat dan strikt noodzakelijk bij de omzetting van Europese richtlijnen naar nationale wetgeving. Dit impliceert een ‘beleidspauze’ op het energiedossier.
De focus verschuift naar de verduurzaming van het MKB om (regionale) economische groei te borgen. De vier partijen geven voorrang aan het oplossen van netcongestie en willen (her)prioriteren bij nieuwe aansluitingen. Dit is opvallend gezien de ACM dit prioriteringskader onlangs heeft vastgesteld. Qua technieken zetten de partijen in op kernenergie, wind op zee (met genoeg ruimte voor visserij), waterstof en gaswinning op de Noordzee. Veel staand beleid en ingezette programma’s lopen door. Politiek is dit een overwinning voor de VVD, onder wie veel van dit beleid is ingezet.
Kijkend naar de daadwerkelijke cijfers wordt er flink gekort op de subsidies voor duurzame energie: de SDE++ wordt jaarlijks afgeroomd met 1 miljard vanaf 2026 en het Klimaatfonds wordt verlaagd met 1,2 miljard euro.
Verschillende branches reageerden mild op het akkoord: de focus op de uitvoering wordt breed omarmd, maar veel details moeten door de aankomende bewindspersoon verder worden ingevuld. Deze heeft kennis en daadkracht uit de markt nodig, want zodra de doelen uit het oog raken, moeten er politiek gevoelige keuzes worden gemaakt.
Digitalisering nauwelijks aan bod en kanttekeningen bij de randvoorwaarden
De kranten staan vol met nieuws over deepfakes, cybersecurity, digitale infrastructuur en desinformatie. De vier coalitiepartijen gaan er in het hoofdlijnenakkoord echter slechts terloops op in. Ze plaatsen het thema met name binnen het kader van het vestigingsklimaat en de economie van de toekomst. De verbetering van dit vestigingsklimaat, dat vooral vanwege de discussie rondom ASML de laatste tijd een veel besproken thema is, staat bij de partijen voorop. Specifiek is in het akkoord te lezen dat de beschikbaarheid van talent, versterking van de kenniseconomie, innovatie, en (digitale) infrastructuur prioriteit krijgen. De prioritering van talent is interessant, omdat dit lastig te rijmen is met de aangekondigde beperking van kennismigratie.
Opvallend is daarnaast dat er juist op onderwijs, de kweekvijver voor het talent van de toekomst, wordt bezuinigd. Bij innovatie is ook een kanttekening te maken, want in de budgettaire bijlage zien we dat er flink wordt gesnoeid in fondsen, het Nationaal Groeifonds voorop, die juist waren bedoeld om innovatie te stimuleren en ons toekomstig verdienvermogen te vergroten. Daartegenover staat dat InvestNL juist wordt verstevigd als belangrijk vehikel voor investeringen in innovatie en in de potentie van de economie. Hier wordt dan ook meer geld voor vrijgemaakt.
Wel noemen de vier partijen het van belang dat de maatschappij weerbaar moet worden gemaakt tegen desinformatie en deepfakes en dat het gebruik van AI door de overheid weliswaar voordelen biedt, maar wordt ook aan voorwaarden gebonden is zodat veiligheid geborgd is. De vier partijen zijn ook duidelijk als het aankomt op Europese wet- en regelgeving. Ze geven op verschillende domeinen aan geen nieuwe nationale koppen te willen. Voor organisaties die actief zijn in het digitale domein is dit waarschijnlijk een opluchting, gezien de enorme stroom aan digitale wet- en regelgeving die de komende jaren geïmplementeerd moet gaan worden.
Sterker nog, waar mogelijk worden bestaande koppen zelfs geschrapt, zo luidt het akkoord. Verder is er nog geen besluit gemaakt over een mogelijke komst van een minister van/voor Digitalisering/Digitale Zaken. Kortom, het akkoord biedt weinig houvast, maar dat biedt weer aanknopingspunten voor organisaties om ambtelijk en politiek richting het gedetailleerde regeerakkoord input te leveren om zo mee te denken over de verdere vormgeving van de digitale transitie.
Aandacht voor de regio vertaalt zich nog niet in daden
Een kabinet van en voor de regio, daar hoopten velen op gegeven de partijen aan de onderhandelingstafel. Ruimte voor gemeenten, provincies en regio om te investeren in wonen, bestaanszekerheid en de energietransitie. In woord onderschrijft het onderhandelaarsakkoord die wens. Medeoverheden staan centraal om samen de grote opgaven mee op te pakken. Samenwerkingsprogramma’s, investeringsagenda’s en ‘Elke Regio Telt’ gaan door.
Maar wie naar de details kijkt, ziet een ander beeld. Medeoverheden mogen meepraten, het Rijk hakt de knoop door. Op provinciale en gemeentelijke financiering wordt bezuinigd en tekorten in de financiering van bestaande projecten blijven onopgelost. Er komen miljarden voor het ontwikkelen van nieuwe woningbouwlocaties en ontsluiting daarvan, maar het is nog onduidelijk of dat in de praktijk kan worden gebracht.
Wat betekent dit voor organisaties?
De vorming van het kabinet is in volle gang. De komende tijd staat in het teken van het vullen van de kabinetsposten. De ministers en staatssecretarissen (m.u.v. de minister-president) zullen zich te zijner tijd voor het eerst moeten presenteren in een hoorzitting. Wanneer het kabinet is gevormd, is het wachten op de uitwerking van het hoofdlijnenakkoord tot een regeerakkoord. Dit biedt organisaties de gelegenheid om hun stem kenbaar te maken, zowel via ministeries die meedenken over de verdere vormgeving van beleid als via kandidaat-bewindspersonen en mogelijke zijtafels die worden betrokken bij de uitwerking van een regeerakkoord.