De weg naar het ministerie van Economisch Zaken en Klimaat (EZK) is breed bekend. Niet alleen bij Extinction Rebellion, ook bij iedereen die bezig is met de energietransitie en wat voor elkaar wil krijgen. Marktregulering, subsidies, ruimte voor innovatie, infrastructuur, leveringszekerheid of vergroening van industrie. Je gaat ervoor naar EZK of de politiek.
Resultaat volgt niet altijd. Kamerleden hebben geen tijd of kennen andere prioriteiten. Ambtenaren lopen over door Kamervragen of zijn bezig een hypercomplex nieuw speelveld te ordenen. Wat gaat werken? Wat niet? En hoe? Dat kan niet zonder kennis uit de sector – die altijd sneller vernieuwt en innoveert dan de overheid kan volgen.
Het loont dus voorbij het ministerie te kijken. Zeker als het om meer feitelijke, technische of financiële aspecten van je verhaal gaat. Want wanneer het dan tot politiek-bestuurlijke keuzes komt, is jouw belang via een ander een vaststaand feit – en geen belang meer.
Maar hoe vind je die partijen die achter de schermen de motor van de energietransitie zijn? Daar helpen wij bij. Graag introduceren wij onze 5 ‘unusual suspects’ in de energietransitie.
Autoriteit Consument & Markt (ACM)
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is dé onafhankelijke toezichthouder voor de energiemarkt in Nederland, een rol die zij proactief invult. Ter voorkoming van politieke beïnvloeding staat de ACM op afstand van ministerie en politiek. Keuzes over warmtetarieven, verduurzaming van energiesystemen, netcongestie en ruimte voor investeren in de toekomst liggen in belangrijke mate bij hen.
Onlangs publiceerde de ACM een breed pakket aan maatregelen om de problematiek van netcongestie te verminderen. Deze maatregelen vertalen zich concreet in wijzigingen van de Netcode elektriciteit. Een van deze maatregelen is het bieden van ‘experimenteerruimte’ om netcongestie tegen te gaan, waarmee de ACM in feite vooruitloopt op toekomstig beleid.
Ook in een Europese context stelt de toezichthouder zich initiërend op: in samenwerking met EZK en branchevereniging Netbeheer Nederland bepleitte zij vorige maand 15 actiepunten in Brussel voor verdere harmonisatie van het Europese energiesysteem.
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Het PBL is de rekenmeester achter de schermen. De aannames en sommen bepalen de politieke werkelijkheid op klimaat, natuur, ruimte en energie. Concreet en relevant zijn de jaarlijkse Klimaat en Energieverkenning (KEV) en jaarlijkse Monitor Regionale Energie Strategie. Hoeveel draagt een maatregel bij aan de klimaatdoelen? Hoe kansrijk is een subsidieaanvraag op basis van emissiereductie? Hoe goed doe je het als politieke partij op de klimaatdoelen?
Indirecte invloed gaat via rapporten en onderzoek. Een duidelijk voorbeeld van de invloed op beleid is hoe het kabinet Rutte III haar koers op het gebied van biomassa grotendeels baseerde op het door PBL gepubliceerde overzichtsrapport In opmaat naar een duurzaamheidskader biomassa, waarbij biomassaverbranding noodzakelijk werd geacht voor het behalen van de klimaatdoelen. Het in maart gepubliceerde rapport over de haalbaarheid van de internationale klimaatdoelen voor Nederland kan zomaar zo’n volgend rapport zijn.
Energy boards
Nieuw in de gereedschapskist zijn de energy boards. Gelanceerd om netcongestie op te lossen, maar nog zoekende naar hun rol. Besluiten worden er (officieel) niet genomen, maar de naambordjes laten zien dat het weleens belangrijk kan worden: Rijksdirecteuren, netbeheerders, gedeputeerden, RES-regio’s en industrie. Hier treffen ze elkaar om oplossingen op gang te brengen. Complexe problemen waar de eigenaar niet duidelijk van is: breng ze eens naar deze tafel.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
De grootste verbouwing van Nederland kan natuurlijk niet zonder het ministerie dat over de ruimtelijke ordening en medeoverheden gaat. Zij bewaken de randvoorwaarden. De Nota Ruimte biedt deze zomer een kader voor de toekomst: wat kan waar- en waar niet. Maar denk ook aan de Regio Deals, de NOVEX, gemeentelijke financiën en de bevoegdheden van gemeenten om bijv. een wijk van het gas te halen.
Vergeet hier overigens ook de ministeries van I&W en LNV niet: water en bodem gaan net als natuurdoelen grote impact hebben op besluitvorming, ruimtelijke keuzes en de energietransitie.
Topsector Energie
De Topsector Energie bestaat om nieuwe ideeën een ingang in het systeem te bieden. De Topsector helpt nieuwe initiatieven en projecten die de energietransitie versnellen door bedrijven, overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties te verbinden. Zichtbaarheid hier helpt ruimte te scheppen voor verdere groei: zij het via beleid, subsidie of gemoderniseerde regels.
Binnen de Topsector bestaan Topconsortia Kennis en Innovatie (TKI’s) die zich sectorspecifiek inzetten door middel van funderend onderzoek tot experimentele exploitatie. De onderzoeken en programma’s van de TKI’s hebben vaak doorwerking in beleidsvorming of beleid wordt hierop geënt. Zo deed TKI Urban Energy onderzoek naar het ruimtelijke potentieel voor zonnestroom en schreef TKI Industrie en Energie samen met o.a. TNO de Routekaart Elektrificatie Industrie. Kan jouw innovatie een duwtje in de rug gebruiken, of ben je opzoek naar sector-brede samenwerking: weet hen te vinden.
Conclusie
Vergeet EZK en de Tweede Kamer vooral niet als belangrijke actoren in de vorming van beleid dat de energietransitie doet versnellen. Maar hiermee is het ecosysteem niet compleet. Achter de schermen, en soms op de voorgrond, hebben deze vijf ‘unusual suspects’ een grote impact op de richting, regels en ruimte van de energietransitie. Bewustzijn van de rol van deze actoren geeft organisaties handvaten voor het doeltreffend behartigen van de energietransitie.