Wat betekenen de plannen gepresenteerd op Prinsjesdag voor Nederland?

Afgelopen week was een belangrijke week voor het kersverse kabinet Schoof I. Nadat eerder het regeerprogramma werd gepresenteerd, volgden op Prinsjesdag de Miljoenennota, het Belastingplan en de begrotingen. Hiermee geeft het kabinet een inkijk in de ingezette koers en de bijbehorende financiële middelen. De verwachtingen waren hooggespannen, gezien de grote uitdagingen waar Nederland voor staat. In deze blog lichten wij de belangrijkste ontwikkelingen uit op het gebied van energie en duurzaamheid, digitalisering en de regionale uitvoering.

Energie & Duurzaamheid

“Groene groei begint bij de vraag: wat kunnen we vandaag doen om straks te oogsten?”, zo trapte koning Willem-Alexander in zijn Troonrede Prinsjesdag af. Deze uitspraak lijkt in tegenstelling te zijn met de titel van de reflectie op het regeerprogramma van de planbureaus (PBL, SCP en CPB) ‘Kabinet kiest voor brede welvaart hier en nu ten koste van later’. Zij signaleren dat in de plannen te weinig aandacht is voor de lange termijn. Wat betreft energiebeleid blijft het kabinet weliswaar vasthouden aan de Europese klimaatdoelen (55% reductie in 2030), maar voert tegelijkertijd enkele beleidswijzigingen door die eerdere maatregelen van het vorige kabinet terugdraaien. Het PBL waarschuwt dat het huidige maatregelenpakket in het hoofdlijnenakkoord waarschijnlijk onvoldoende zal zijn om de in de Klimaatwet vastgelegde doelstelling van 55% emissiereductie in 2030 te bereiken. In dat geval heeft het kabinet zich verplicht om extra beleid te formuleren, maar hiervoor is nog geen budget vrijgemaakt. Minister Hermans (KGG) wacht tot de Klimaat- en energieverkenning (KEV) in oktober om te besluiten over aanvullend beleid.

De grote lijnen van het vorige kabinet worden op het gebied van energie en duurzaamheid doorgezet. Toch zijn er duidelijke nuanceverschillen: meer enthousiasme over kernenergie dan over windenergie en minder aanvullende regels voor het bedrijfsleven. Op het gebied van betaalbaarheid verlaagt het kabinet de energiebelasting op aardgas voor huishoudens. Op waterstof en batterijen bezuinigt deze regering €1,2 miljard uit het Klimaatfonds. Tegelijkertijd komt er een apart (laag) tarief voor waterstof in de energiebelasting om verbruik te stimuleren. Het wetsvoorstel voor de afschaffing van de salderingsregeling is meegestuurd met het Belastingplan 2025, zodat zonnepaneelbezitters, energieleveranciers en installateurs snel duidelijkheid krijgen. Tot slot versobert het kabinet een aantal subsidies en overheidsdiensten, bijvoorbeeld de korting op de prijsrisicobuffer van 10% uit de SDE++. En bezuinigingen bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM), Rijksdienst voor Ondernemen (RVO) en de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). De begrotingsbehandeling van Klimaat en Groene Groei en het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 vindt plaats in november, na de publicatie van de KEV. Dit belooft een ware vuurdoop voor minister Hermans (KGG) te worden om de ‘haalbare en betaalbare energietransitie’ te verdedigen.

Ruimte maken voor digitale innovatie

Op het vlak van digitalisering lijkt het kabinet vooral te willen focussen op het stimuleren van digitale innovatie en de toepassing hiervan om knelpunten in de samenleving aan te pakken. Het kabinet noemt, bijvoorbeeld in het kader van netcongestie en de druk op de zorg, concrete digitale middelen die impact moeten maken op de economische en maatschappelijke vooruitgang en de arbeidsproductiviteit. Met de uitwerking van de Nationale Technologiestrategie in individuele actieagenda’s op de tien kansrijke technologieën (zoals AI en Quantum), een sterke focus op startups- en scale-ups en het verminderen van regeldruk wil het kabinet ruim baan maken voor deze digitale innovatie. Het AI-ecosysteem van Nederland moet daarom versterkt worden, zo luiden de plannen, en in 2030 moeten er 1 miljoen digitaal geschoolden zijn om Nederland als digitale koploper te kunnen (blijven) positioneren.

De overheid kijkt daarbij ook naar zichzelf en de samenleving. Met een Nederlandse Digitaliseringsstrategie wil het kabinet richting geven aan de brede verdere ontwikkeling van waardengedreven en efficiënte digitalisering in de samenleving en binnen de overheid. Zoals staatssecretaris van Digitalisering Szabó al eerder aankondigde, is het kabinet voornemens tot één digitale overheid te komen waar het Rijk goed samenwerkt met gemeenten en provincies. Om de samenleving weerbaar te maken tegen de risico’s in het digitale domein wil het kabinet dat burgers moeten kunnen weten hoe een (geautomatiseerde) beslissing tot stand is gekomen, moeten de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd voor goed functionerende digitale markten en wordt de veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur en cybersecurity van en in Nederland versterkt. Als belangrijke taken voor aankomend jaar noemt het kabinet daarbij het ontwikkelen van beleidsinstrumenten voor online kinderrechten, desinformatie, digitale gemeenschapsgoederen en een zogenaamde techscan. In combinatie met toezicht op en goede implementatie van Europese wetgeving in het digitale domein moet dit er volgens het kabinet toe leiden dat er een digitaal weerbare samenleving ontstaat.

Regionale uitvoering van transities

Het realiseren van de ambities op het gebied van klimaat en digitalisering slaagt alleen als beleid succesvol wordt uitgevoerd. Op het gebied van klimaat zijn de verschillende overheidslagen en het bedrijfsleven bijvoorbeeld van elkaar afhankelijk bij het bouwen van de voorgenomen kerncentrales en het verder uitrollen van wind op zee. Hierbij dient er, meer dan in het verleden, oog te zijn voor halen én brengen, de lokale uitvoeringsproblematiek en het beperken en compenseren van lokale neveneffecten door de Rijksoverheid.

Ook in het digitale domein vergt de inzet van kunstmatige intelligentie om de arbeidsproductiviteit te verhogen en personeelstekorten tegen te gaan, nauwe samenwerking. Bijvoorbeeld voor de praktische toepassing in de zorg en het onderwijs. Om de kansen van deze ‘smart solutions’ te verzilveren en de risico’s te beheersen, zijn tevens goede afspraken nodig voor de verantwoorde en ethische inzet door overheden en bedrijven. De succesvolle uitrol van deze technologieën vragen daarnaast om investeringen aan de voorkant, voordat aanzienlijke efficiëntieslagen zichtbaar worden.

Om op tal van terreinen de juiste stappen te zetten van papieren ambitie naar praktische realisatie, is intensief contact tussen beleidsmakers op alle beleidsniveaus nodig. Pas wanneer decentrale overheden en bedrijven als gesprekspartner aan tafel zitten en de lokale uitvoeringspraktijk een stem krijgt, hebben landelijke ambities een kans van slagen.

Wat betekent dit voor organisaties?

In de komende maanden tot 1 januari is de Tweede Kamer aan zet om de plannen van kabinet-Schoof te beoordelen. In de weken en maanden na de Algemene Politieke Beschouwingen worden de begrotingen van de afzonderlijke ministeries behandeld door het parlement en verdedigd door de bewindspersonen. Daarna worden de plannen, al dan niet aangepast door de Tweede Kamer, goedgekeurd en uitgevoerd. Daarom is de komende periode een belangrijk moment voor organisaties en bedrijven om hun stem kenbaar te maken richting de Tweede Kamer. 

Goede relaties met stakeholders blijven voor organisaties van groot belang. Wilt u op de hoogte worden gehouden van de laatste ontwikkelingen en zoekt u een houvast in het politieke speelveld? Neem dan contact op met de team leads op de drie respectievelijke terreinen:

Aaron Otte, Team Energie & Duurzaamheid: a.otte@publyon.com

Leander den Boer, Team Tech: l.den.boer@publyon.com

Riemer Westerbeek, Team Regio: r.westerbeek@publyon.com