De ‘nieuwe economie’, er wordt al jaren driftig over gediscussieerd. En terecht, want rapport na rapport waarschuwt dat we de planetaire grenzen keihard overschrijden. We worden dagelijks geconfronteerd met klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit. De nieuwe, groene economie is onafwendbaar, maar het beleid voor de benodigde transitie gaat met muizenstapjes en is weinig ambitieus.
China streeft EU en VS voorbij
De strijd om wie straks die nieuwe economie beheerst, is losgebroken. China trekt er al tijden het hardst aan. Al jaren zijn de Chinese investeringen in duurzame energie en technologie met afstand de grootste. In 2021 investeerde China met 380 miljard dollar in duurzame energieproductie meer dan de EU en VS bij elkaar. De Europese Green Deal en het beleid van Joe Biden hebben daarin verandering gebracht. Geopolitieke verschuivingen zorgen ervoor dat afhankelijkheid van olie en gas van een land als Rusland zeer ongewenst is en ook de grondstoffenschaarste is een reële bedreiging.
De VS heeft onlangs de Inflation Reduction Act (IRA) gelanceerd. De komende tien jaar is er 370 miljard dollar beschikbaar om bedrijven te helpen te investeren in schone technologie. Het Trumpiaanse America First-principe wordt daarbij ongegeneerd toegepast: de investeringen moeten op Amerikaans grondgebied plaatsvinden. Het heeft Tesla er al toe gebracht de plannen voor een Berlijnse gigafabriek voor batterijen in de ijskast te zetten en de investering in de VS te doen.
EU schroeft investeringen op
De IRA brengt de EU in een lastig pakket. Overtuigd van de grote voordelen van stevige, maar eerlijke, internationale concurrentie, wil de EU geen handelsoorlog over de nieuwe economie starten en tegelijkertijd ook de eigen positie niet schaden.
Daarom is er snel 800 miljoen euro beschikbaar gesteld voor investeringen in de Europese waterstofeconomie en wordt er nagedacht over soepeler staatsteunregels voor duurzame bedrijven. Maar ook door te doen waar de EU goed in is: indirect afdwingen dat bedrijven buiten Europa aan dezelfde strenge milieueisen moeten voldoen als Europese bedrijven. China verzet zich hier openlijk tegen, maar is ondertussen hard bezig straks aan de vereisten te voldoen. Liever nu zelf meer investeren in vergroening, dan straks miljarden aan Europese grensheffingen te moeten betalen.
Ambitieniveau Nederland moet omhoog
De miljarden dollars, euro’s, renminbi’s en andere valuta die nu vanuit overheden in de groene economie worden gepompt, betekenen maar een ding: de strijd om de nieuwe economie is losgebarsten en Nederland móet meedoen om niet op achterstand te komen. Verduurzaming van onze nationale economie is niet alleen iets voor wie bezorgd is over een onleefbare wereld, maar óók voor wie bezorgd is om de welvaart.
Om handen en voeten te kunnen geven aan deze transitie moet de ambitie worden verhoogd en beleid worden aangepast. Dat zit niet alleen in geld, maar juist ook in het uitdragen van een sturende visie en in het scheppen van de juiste randvoorwaarden: beleid moet veel meer uitgaan van de noodzaak tot verandering en rekening houden met het dynamische karakter van deze fundamentele transitie. En innovatie moet de ruimte krijgen via maatwerkoplossingen. Zo kunnen overheid en bedrijfsleven samen aan de slag. Zowel op nationaal niveau als in de regio waar begin juli de RES 2.0 moet worden opgeleverd.
De transitie naar een duurzame economie is in een stevige versnelling gekomen en Nederland moet flink aan de bak om mee te versnellen.
Door: Gerben-Jan Gerbrandy en Charlotte van Wezel.